Bn'ers en hun psychische stoornis
Gedachten over DSM-labels, stigmatisering, de opmars van de foodie en de 'authentieke' eetervaring op reis.
Hi! Welkom aan alle nieuwe lezers en dank aan zes gulle donateurs! Ik ben Lena Bril, journalist en filosoof, en werk momenteel aan een boek over de vraag: waarom zitten zoveel mensen in therapie? In deze sub schrijf ik elke maand over mentale gezondheid, en, naja, eigenlijk over alles wat me fascineert. Zoals celebrity culture of moderne relaties. Onderin vind je altijd een lijstje met lees-luister-en kijktips. Enjoyyy!
Ik denk de afgelopen weken veel na over stigmatisering. In het najaar stonden negen bn’ers op de cover van de LINDA om openlijk over hun mentale gezondheid te praten en zo psychische problemen uit de taboesfeer te halen.
Dat klinkt mooi: stigma is slecht, niemand die zich rot voelt is gebaat bij veroordelende blikken of schaamte (zelfs sociopaten niet), en het lijkt me een goede zaak dat óók succesvolle mensen laten zien dat zij worstelen met het leven.
Ik keek naar die LINDA-cover en moest denken aan de jaren ‘10, prè-covid en Trump, toen ‘kwetsbaarheid’ een kracht werd (dank Brené Brown). Een stroom aan verhalen van beroemdheden over mislukte ondernemingen, gefaalde relaties en hardnekkige onzekerheden volgde. Ook wij, super succesvolle mensen, maken fouten, wilden deze beroemdheden maar zeggen. En ja, ook wij, altijd gelukkig op Instagram, hebben slechte periodes.
Hoewel die berichten vaak erg geregisseerd leken, was de boodschap prijzenswaardig: iedereen heeft weleens last van onzekerheid of heeft pech, falen hoort bij het leven, net als liefdesverdriet of rouw.
Op een bepaalde manier doen de bn’ers op de cover van de LINDA hetzelfde, met, denk ik, hetzelfde doel. Ze laten zien, kijk, wij hebben het ook moeilijk. De eisen van deze samenleving zijn uitzonderlijk hoog, en ook ik kan daar niet altijd aan voldoen. Alleen de taal die ze kiezen om die boodschap te verkondigen is veranderd. Van falen, worstelen, verdriet, naar medische termen: ‘PTSS’, paniekaanvallen, burn-outs en depressies.
Is dat erg, vraag ik me af. Zijn we door al die taboedoorbrekende verhalen nu niet te snel geneigd om alle levensproblemen te interpreteren als psychische problemen? Het gevolg daarvan is, uiteraard, dat die mensen zich melden in de GGZ, met oplopende wachtlijsten als gevolg (waar vooral mensen met ernstige klachten de dupe van zijn).
Op slechte dagen, vind ik het bijna onmogelijk om te herleiden of ik last heb van mentale problemen, of van de keffende pomeriaan van mijn buurman, van een moeilijk gesprek met een vriendin, of ik honger heb of te koud, of simpelweg moe ben (wat betekent vermoeidheid überhaupt, iederéén is altijd moe, lijkt het). Mijn gedachten schieten dan vrij snel naar ‘mijn mentale gezondheid’ terwijl er soms iets anders aan de hand blijkt.
En ik vraag me af: als de succesvolste mensen in onze maatschappij al ‘niet goed functioneren’ (het criterium voor een DSM-label) ligt de lat voor ons ‘functioneren’ dan niet veel te hoog?
Ik ben benieuwd: hoe kijken jullie hier naar? Is al die aandacht voor mentale problemen een goede zaak? Of stigmatiseren we daarmee onbedoeld levensproblemen zoals falen en verdriet? En zijn bn’ers hiervan de juiste boodschappers? Leuk als je je gedachten in de comments deelt!
Tipsss
Op TikTok wordt het een alternatief voor therapie genoemd: de healing-novel. In deze romannetjes beleven normale mensen met normale emotionele problemen een happy end. ‘Vaak is er een knusse kat, soms kan die praten.’ (NRC)
Ik word overspoeld met filmpjes op TikTok van creators die allemaal bij precies dezelfde lokale markt dezelfde soepdumplings of pandantoetjes eten. Maar voor een échte authentieke ervaring, moet je volgens the New York Times naar de lokale McDonalds (klik vooral voor de foto’s bij dit artikel!)
In de jaren tachtig werden ‘foodies’ nog gezien als een exotische diersoort, waar columnisten en cultuurcritici graag de spot mee dreven. Veertig jaar later identificeert 65% van de 16-24 jarige zich als ‘foodie.’ En dus verschijnen er in vrijwel alle kranten lijstjes met eet-en restauranttrends. Veel van die lijstjes zijn gebaseerd op onderbuik, scherp oog en vooral: veel marktanalyses en data uit de voedingsindustrie. Deze substacker zette al die datagedreven lijstjes onder elkaar met vermakelijk commentaar (veel ‘Global Flavours en ‘International snacking’). En legt goed uit wat de stadia van foodtrends zijn: van alleen verkrijgbaar in niche-restaurants, tot te koop op het vliegveld. Zo was gezouten karamel in 2008 nog ‘weird’, nu doet de smaak wat sleets aan. Die cyclus gaat steeds sneller: zo was crispy chili oil twee jaar geleden nog voor fijnproevers – gister zag ik ze al in bulk liggen bij de Dirk. (The Guardian)
Voor wie door TikTok of Substack denkt dat iedereen bezig is met kimchicroissants (zijn die er al?), zuurdesem bagels en tomatensorbet: de Volkskrant onderzocht wat hun lezers elke avond eten. Een fascinerend inkijkje in hoe de Nederlandse keuken moderniseert (maar het avg’tje nog steeds niet weg te denken is van het Hollandse bord).
Voor diezelfde krant onderzocht ik de omgangsvormen tijdens daten in het post-covid/post-MeToo-Tindertijdperk. Het leukste aan het maken van die etiquettestukken is dat ik allemaal slimme wetenschappers kan interviewen over grote thema’s, zoals rouw of, zoals nu, de liefde. Interessantste inzicht: als mensen tijdens een eerste date een ‘klik’ voelen, dan gaan hun hartslagen in hetzelfde ritme kloppen ❤️.
In de podcast Culturele Bagage discussier ik samen met liefdesonderzoeker Tila Pronk en podcastmaker Timo Harmelink over mijn 38 suggesties voor goede datingmanieren. Is een leugentje om eigen bestwil geoorloofd tijdens daten? Ik vind van wel, Pronk is het niet met mij eens.
Voor wie niet vier uur in de bioscoop wil zitten (dit weekend ga ik er aan geloven: The Brutalist schijnt het waard te zijn) kan ik de korte film Nesjomme, aanbevelen. Een geheel uit archiefmateriaal opgebouwde docu (die oude beelden van Amsterdam!) waarmee het verhaal van de vooroorlogse Joodse gemeenschap wordt verteld.
Ik las Health and Safety van New Yorker-journalist Emily Witt. Het eerste deel, over o.a. haar escapades in de Berghain, vond ik ijzersterk, het tweede deel waarin de verkiezing van Trump in 2016 en covid het decor vormen, minder (misschien too soon? Ik zie ook een beetje op tegen alle ‘5-jaar-na-de-pandemie-artikelen die eraan komen). Beter is Witts eerste boek, Future Sex, waarin ze verschillende ‘sekswerelden’ onderzoekt (één van de inspiratiebronnen voor mijn boek in wording). Aanrader!
Sommige van jullie mailen of dm’en mij al met jullie gedachten. Vaak zijn die super interessant, en, denk ik, ook relevant voor andere lezers van deze Substack. Deel ze dus gerust hieronder in de commentsectie.
Tot de volgende!
Helemaal eens, Dehue heeft dat erg goed beschreven. Jammer dat haar boeken boeken vaak door mensen met dsm-labels als een aanval gezien worden, terwijl Dehue juist bepleit dat niet het individu, maar de politiek/samenleving het probleem vormt.
Wat een mooie bijdrage! Dat zwart/wit is inderdaad het probleem. En het zou zo mooi zijn als we meer taal hadden voor bijvoorbeeld rouw, en niet het gevoel hebben dat het een probleem is, dat opgelost moet worden. Dank voor het delen!