Een paar maanden geleden maakte Volkskrant Magazine een themanummer over relatietherapie. Op het station kwam ik een boek tegen met de titel: Therapietje To Go. Diezelfde periode lanceerde ROOT, een platform om makkelijk een therapeut in de buurt te vinden. ‘Wij willen dat therapie net zo laagdrempelig wordt als naar de sportschool gaan’, vertelde de oprichter van de therapiestart-up me.
Daarmee zijn we in Nederland op het toppunt van ‘therapiecultuur’ aanbeland. In grofweg een decennium is therapie getransformeerd van een schaamtevolle bezigheid tot entertainment en statussymbool.
Maar als therapietaal mainstream wordt dankzij platforms als TikTok en mensen rondlopen in Shein t-shirts met ‘Go to Therapy’ dan gaat al dat gepraat over therapie natuurlijk ook een beetje vervelen…
…En moet de gegoede middenklasse op zoek naar een nieuwe manier om zich te onderscheiden.
In de Verenigde Staten – altijd een stap verder – spreken bon-ton bladenmakers daarom van ‘therapiemoeheid’. The Atlantic plaatste kritische kanttekeningen bij 'therapy culture’ en New York Magazine maakte een special met de titel ‘How we fel out of love with therapy’. Daarin laten ze (hoofdzakelijk welvarende vrouwen) aan het woord die geen zin meer hebben in al dat psychogebabbel en ook wel klaar zijn met het advies van hun therapeuten.
‘Soms maakte zij problemen die er niet waren,’ vertelt zo’n therapieverlater in New York Magazine over haar psycholoog.
Het einde van ‘my therapist says’
Therapiemoeheid – en dan met name praten met een psycholoog – kom ik ook voortdurend tegen in het onderzoek voor mijn boek, In Therapie. Liever gaan mensen één of twee keer naar een doelgerichte coach, of, nog beter, doen een een sessie met een paard of truffels. Bij zulke non-verbale en niet-menselijke therapie komen alle inzichten vooral uit jezelf en heb je geen psycholoog met diens eigen vooroordelen of ideeën nodig die – stel je voor! – jouw inzichten kan beïnvloeden.
Ik zie deze therapiemoeheid daarom ook als onderdeel van een andere ontwikkeling: een steeds verdere individualisering (met authenticiteit, ofwel het ontdekken van je ‘ware zelf’ als hoogste goed) en daarmee wantrouwen in externe autoriteiten, zoals psychologen.
Die ontwikkeling heeft zo z’n voordelen. Als mensen met een goedgevulde portemonnee nu liever op eigen kosten een truffelceremonie doen of een coach nemen, dan komen er meer plekken vrij bij GGZ-psychologen voor de mensen die echt hulp nodig hebben. Dat wantrouwen in experts uit lijkt te groeien tot nieuw statussymbool (en niet alleen voor wellness-rechts) – is wél zorgwekkend.
Tipssss
De wooncrisis is real en dus kom ik voortdurend artikelen tegen over architecten en alternatieve woonvormen. Zoals dit profiel in The New Yorker van ondernemer Nathan Berman die met slimme trucjes onaantrekkelijke werktorens op Wall Street omtovert in ‘luxe’-appartementen voor twintigers. Berman bouwt bijvoorbeeld ‘A Smart Rental Store’ in de toren waar bewoners stofzuigers en strijkijzers kunnen huren – zodat de zij het gebrek aan kastruimte in hun woning voor lief nemen.
Amsterdam heeft zo haar eigen luxe woontoren (inclusief ‘verborgen herenclub’): The Valley op de Zuidas. Journalist John Schoorl dook voor Volkskrant Magazine in de verhalen achter het opmerkelijke gebouw dat het Hollandse zakencentrum zou moeten bevrijden van haar kille imago.
En ik moest hardop lachen om deze reportage in NRC over de botsing tussen traditionele campers in Nederland (ofwel: pensionado’s) en de nieuwe busjesbewoners (hoofdzakelijk millennials die in een land vol regels proberen off the grid te leven).
The New Yorker profileerde de academisch superster Judith Butler naar aanleiding van hun nieuwe boek, Who is Afraid of Gender (ook een aanrader). Ik herkende me volledig in Butlers liefde voor autorijden: ‘My proprioceptive body’ is how Butler refers to their car. “I’m surrounded by this clunky thing, and I feel protected,” they’d explained. “I expand. I have this carapace.” They laughed. “But it’s,um, prosthetic.”
Waarom begint elke #that girl op TikTok haar dag met journaling? Voor mijn rubriek Lena zoekt houvast in Trouw verdiepte ik me in deze moderne vorm van dagboekschrijven.
‘Codependency the movie’ noemde Zendaya Challengers, de hitsige tennisfilm van de regisseur van Call me by your name. De machtsdynamieken, de muziek, het zweet, de BANAAN – een perfecte film, als je het mij vraagt.
In tijden las ik niet zo’n prikkelend filosofisch boek als Narcisme, van Isolde Charim. Het begin is even taai, maar daarna komt de Oostenrijkse filosoof en journalist met begrijpelijke en zeer originele inzichten over de dominante ideologie van deze tijd.
Ik ben obsessed met het nieuwe album van Dua Lipa, Radical Optimism.
But if control is my religionThen I'm heading for collision
Lost my 20/20 vision
Please 💜
Tot de volgende!