Ik werk aan een groot verhaal over een veelbesproken onderwerp: de opmars van de coach. De cijfers zijn schrikbarend: er zijn nu ruim 2,5 keer meer coaches dan tien jaar geleden, het aantal ‘leefstijlcoaches’ is in die periode zelfs verdertienvoudigd. In Utrecht lopen de meeste coaches rond: maar liefst één op de 111.
Zorgwekkend, luidt het sentiment, deze ‘wildgroei’ aan coaches. Want het beroep coach is onbeschermd – iedereen kan zich coach noemen (geldt overigens ook voor de titel ‘journalist’). Of die zorgen terecht zijn, weet ik niet. Ik heb wel vraagtekens bij een aantal aannames in de discussie over coaching.
Allereerst: die cijfers. Dat 105.000 coaches zich hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, wil nog niet zeggen dat deze mensen fulltime coach zijn. Je hebt niet zomaar een goedlopende coachingspraktijk. Sterker nog: dat duurt jaren en de meeste vallen in die tijd af. Bovendien sprak ik veel coaches die zich eerst psycholoog of adviseur noemden en nu voor ‘coach’ kiezen omdat het toegankelijker klinkt.
Dan bestaat er nog het idee dat coaches makkelijk, veel geld zouden verdienen. De prijzen voor particulieren liggen veelal tussen de 75,- en de 95,- per uur: goedkoper dan een bezoek aan een (niet vergoede) psycholoog. De meesten (één van mijn geïnterviewde schatte het op zo’n negentig procent) kan helemaal niet rondkomen van coaching. Velen volgen bovendien jaarlijks prijzige opleidingen om hun kennis bij te schaven.
‘Het zijn zwendelaars’ is de ondertoon, een sentiment dat interessanter gesprek (Wat maakt een goede coach? Waarom wenden zoveel mensen zich tot een coach?) vertroebelt. Overigens hoor ik wel veel over oplichterij – coaches zelf worden regelmatig benaderd door louche bedrijfjes die beloven hen te helpen met het doen groeien van hun klantenbestand. Verhalen over frauderende of broddelcoaches die hun cliënt ernstig beschadigen, ben ik nog nauwelijks tegen gekomen. Heb jij een slechte ervaring met een coach gehad? Mail me!
Therapietaal, dierendepressie & gestolen verhalen
Voor NRC schreef ik een essay over therapietaal. ‘Door jezelf te begrijpen in termen als ‘neurodivers’ of ‘chaotisch gehecht’ voel je je zowel bijzonder als onderdeel van een groep. Maar wat verloren gaat, is complexiteit: in therapietaal wordt de menselijke ervaring platgeslagen en dat kan óók vervreemding opleveren. Uiteindelijk maakt therapietaal ons eenzamer.’ Geen zin om te lezen? Klik dan voor de awesome illustraties van Lotte Dijkstra.
Ik las het boek Yellow Face – een heerlijke satirische thriller over de uitgeefwereld, gestolen ideeën, cancel culture en frenemies. Aanrader!
Over gestolen ideeën gesproken: lees of luister vooral dit profiel van Rachel Aviv over de Indiase Oscarwinnaar Asghar Farhadi.
Diezelfde Rachel Aviv was in Amsterdam, en ik mocht met haar in gesprek tijdens een avond van het John Adams instituut. Terugkijken kan hier.
De makers van de podcast Reply All zijn terug met een nieuwe serie: Search Engine. Elke aflevering onderzoekt de host een vraag die je normaal alleen aan Google durft te stellen. De aftrap: zijn de aapjes in de dierentuin depressief?
Marco Borsato wordt aangeklaagd door het OM. Scherpe column van Emma Curvers over #wezijnjenietvergetenmarco.
Interessante discussie tussen Roseanne Hertzberger en Sjamadriaan over The Biohacking Project. 🍿
Soms word ik wakker en denk ik: wanneer ben ik dertig geworden? Gelukkig bedachten ze bij The Cut een verklaring voor dit gevoel van gestolen tijd: The Pandemic Skip.
Dit essay van David Brooks staat al maanden in de top drie van de bestgelezen artikelen van The Atlantic, en terecht. Laat je niet afschrikken door de Amerikaanse titel en de leestijd: Brooks legt uit waarom het tekort aan (morele) traditie en een overvloed aan therapietaal en individualisme ons ongelukkig en gemeen maakt.
P.S. Deze nieuwsbrief heeft nu een naam! In therapie: een zoektocht naar hoe te leven, over mentale gezondheid en moderne etiquette. Lees je ‘m graag? Stuur deze nieuwsbrief dan gerust door #meerlezers. En: 👇