Grensoverschrijdend gedrag in de media: 'schiet de revolutie door?'
En: millennialvriendschappen, kookfilmpjes en Temptation Island
Aan alle nieuwe lezers (leuk, al die inschrijvingen afgelopen maand): welkom! Ik ben journalist en mediastrateeg en verdiep mij in ‘de mentale gezondheidscrisis’ en de invloed van (sociale) media hierop. Zo schreef ik eerder over de vragen:
Bestaat de burn-out wel? (de Groene Amsterdammer)
Zijn sociale media verslavend? (De Correspondent)
Veroorzaakt TikTok psychische stoornissen zoals anorexia? (de Volkskrant)
Waarom worstelen millennials met vriendschappen? (de Groene Amsterdammer)
Zijn emoties aangeboren of aangeleerd? (De Correspondent)
Wat zijn de etiquette in het smartphonetijdperk? (Volkskrant Magazine)
In deze nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van mijn onderzoek en ander werk, deel ik leestips en maak ik soms een uitstapje naar andere fascinaties zoals celebrity culture. Vandaag: grensoverschrijdend gedrag in de media.
De onveiligheid van slachtoffertaal
Een slachtoffercultuur is beter dan een dadercultuur, vertelde filosoof en psycholoog Arthur Eaton me eens aan de bar van café de Pels. We hadden het over therapietaal en de moderne neiging om elke onaangename gebeurtenis een ‘trauma’ te noemen.
Een slachtoffercultuur zou je kunnen zien als een teken van vooruitgang: We stellen hogere eisen aan hoe we ons voelen (veilig, comfortabel) en aan anderen om bij te dragen aan een prettige subjectieve ervaring. Als zo’n cultuur mensen ertoe beweegt om meer rekening met elkaar te houden lijkt dat een stap richting meer beschaving.
Toch maak ik me zorgen over hoe millennials en Gen-Z’ers strooien met slachtoffertaal. Afgelopen zomer vertelde een vrouw in een podcast hoe een mannelijke co-presentator haar eerste televisieklus flink verstierde. De man in kwestie (zijn voor-en achternaam centraal in de aankondiging van de podcastaflevering) had neerbuigende opmerkingen gemaakt en de vrouw meermaals spottend gewezen op haar voorliefde voor een fastfoodketen. ‘Microagressies’, noemde de podcastmaker deze opmerkingen. De co-hosts bestempelden vervolgens elke reactie van de werkgever op het incident als ‘victim blaming.’
Mijn zorgen over het lichtzinnig gebruik van dit soort taal is tweeledig. Voor mensen die slachtoffer zijn van bijvoorbeeld psychische mishandeling of institutioneel racisme kan zulke begripinflatie leiden tot vervreemding: hun ervaring wordt kleiner gemaakt als alledaagse fricties met dezelfde terminologie aangeduid worden. Maar óók voor degene die zich overhaast identificeert met termen als ‘microagressies’ of ‘victim blaming’ vraag ik mij af of het bijdraagt aan een gevoel van veiligheid.
Het ingewikkelde aan grenzen (en dus niet: strafbare normoverschrijdingen) is dat ze subjectief zijn. Wat voor de ene overduidelijk grensoverschrijdend gedrag is, schudt de ander met gemak van zich af. Bovendien groeien grenzen met mensen mee en passen zich aan op situaties. En dan bevinden we ons óók nog in een tijdsgewricht waarin die normen op losse schroeven staan. Communiceren over grenzen is dus cruciaal (lees daarover vooral dit bijzonder praktische (zelfhulp)boek, binnenkort in Nederlandse vertaling).
Eén manier om zo’n gesprek te voeren: via de media. Een exposé, zoals die over de (structurele én door de NPO gedoogde) angstcultuur bij DWDD, kan in één klap een discussie over grensoverschrijdend gedrag op gang brengen. Je hoopt dat dit soort media-aandacht leidt tot de voornaamste vorm van een gesprek: van mens tot mens. Of in ieder geval: een poging daartoe.
Zo’n gesprek over grenzen, zéker met een bepaald soort mannen, is moeilijk en doodeng. Bovendien voelt het onrechtvaardig: hij overschrijdt toch jouw grenzen? Het zijn toch dít soort mannen die Hilversum al jaren verzieken? In zo’n gesprek geven termen als ‘microagressies’ – woorden waaruit een soort objectiviteit en autoriteit spreekt – wellicht een gevoel van veiligheid. Maar die zelfde begrippen bemoeilijken communicatie over (individuele, contextafhankelijke) grenzen en verhindert wederzijds begrip.
Matthijs van Nieuwkerk sprak in het zeer veel besproken interview de gevleugelde (en vervolgens neurotisch gecorrigeerde) woorden: ‘Ik ben historicus noch profeet, maar volgens mij schieten revoluties op een gegeven moment altijd ietsje door. Het zou goed kunnen dat we straks op een punt komen dat er een nieuwe consensus bestaat over wat wel en niet kan.’
Deze podcast was wellicht een voorbeeld van zulk ‘doorschieten’, maar daarmee niet minder functioneel. Juist op zoek naar nieuwe normen hebben we dit soort publieke gesprekken nodig en moet er ruimte zijn voor kritiek. Hopelijk wordt dat niet ook als ‘victim blaming’ gezien.
Leestips
Waarom is ‘vriendschap’ zo’n thema, vroeg ik me af. Opeens was iedereen in mijn omgeving bezig met het uitfaseren of opzeggen van vriendschappen. ‘Kost teveel energie.’ Voor de Groene Amsterdammer schreef ik deze beschouwing over de millennialvriendschap.
‘Het overprikkeld brein’ staat al weken in de bestsellerlijst, maar wie is de auteur, ex-model Charlotte Labee? Journalist Karel Smouter (jep, die van hét Matthijs-interview) bezocht de ‘Overprikkeld Breinshow’ en schreef dit stuk over de breingoeroe van Nederland.
Als je mij vraagt wat het summum van ontspanning is, dan zou ik antwoorden: kookfilmpjes. ‘s Avonds kijk ik het liefst naar mensen die chocolade tempereren of tofu glazen. The New York Times wilde weten: maken al die kookvideo’s ons ook daadwerkelijk betere chefs? (bonuspunten voor de Times voor de experimentele vertelvorm)
In het boek Generations doet onderzoeker Jean M. Twenge een aantal voorspellingen over de komende generaties. Eentje: mensen zullen steeds vaker voor huisdieren kiezen in plaats voor kinderen. Deze mensen vormen al een kerngezin met hun geliefde hond of kat, zag The Guardian.
Omdat ik afgelopen jaar een verhaal over celebrity activisme schreef, voel ik me op een vreemde manier verbonden met het lot van Orka Lolita. Afgelopen maand is Lolita, vlak voor haar vrijlating uit Seaquarium, overleden :(. Dit voelt als een metafoor, maar waarvoor?
Gebeurt er nog wat in de Nederlandse literatuur, vroeg ik me af. Ik las drie debuten: Als, dan een fijne studentenroman van Janneke de Bijl (***), Ik weet zeker dat het liefde was, de lieve, eerlijke memoires van Sanne van Rij (***) en Gedeelde liefde, een verrassend verhaal over een vrouw van vijfenveertig in een open huwelijk, geschreven door kunsthistoricus Sophie Berrebi (****).
Als ik Rutger Bregman was, zou ik nu een artikel schrijven met de kop: Hierdoor stopte ik in één klap met kijken naar reality-tv (en misschien jij ook). In een interview met het AD vertellen Temptation Island-kandidaten hoe het programma ernstig psychische schade veroorzaakte. ‘Ik had soms het gevoel dat ik moest flauwvallen en vroeg dan om water. Maar vaak was er alleen alcohol. Als ik ’s ochtends sinaasappelsap nam, proefde ik dat ook daar drank in zat.’
Love dit meme-account 👇
Dat was ‘m weer voor deze maand. Tot in oktober!